Jaarverslag 2016

Algemeen

De algemene dekkingsmiddelen bestaan in hoofdzaak uit de gemeentefondsuitkeringen en de opbrengst uit de onroerende zaakbelasting. Daarnaast worden algemene middelen verkregen via overige belastingen (m.n. precariobelasting), rente-aftoppingsgelden van reserves en reserveverrekeningen.
De toelichting op de belastingopbrengsten is opgenomen in de verplichte paragraaf lokale heffingen.

Gemeentefondsuitkeringen
De uitkering via het gemeentefonds is in 2016 met € 4 mln. toegenomen tot € 265 mln. De toename is vooral het gevolg van hogere accresramingen, verdeeltechnische aanpassingen en taakmutaties enerzijds en anderzijds een daling van de uitkering betrekking tot het sociaal domein. De hoogte van de decentralisatie-uitkeringen blijft ongeveer op hetzelfde niveau.

Ontwikkeling uitkering gemeentefonds 2014-2016

Onderverdeling gemeentefondsuitkeringen:

2014

2015

2016

Algemene uitkering

111

104

111

Integratie-uitkeringen

11

138

135

Decentralisatie-uitkeringen

18

19

19

Totaal

140

261

265

(bedragen x € 1 mln.)

Algemene uitkering:
De algemene uitkering is voor een groot deel afhankelijk van de ontwikkeling van de rijksuitgaven. De autonome groei (accres) van de algemene uitkering is gekoppeld aan een afgebakend deel van de rijksuitgaven. Stijgen de rijksuitgaven dan ontvangen de gemeenten een hogere uitkering en andersom dalen de rijksuitgaven dan ontvangen de gemeenten minder. In 2016 heeft deze koppeling aan de rijksuitgaven tot een hogere bijstelling van de algemene uitkering geleid. Via de informatienota's over mei- en septembercirculaire hebben wij u daarover geïnformeerd. Evenzo over de andere ontwikkelingen aangaande het gemeentefonds.
Tevens was in 2016 sprake van een voordelige verrekening over 2015 vanwege overschrijding op de rijksuitgaven. De definitieve verrekening van het jaarlijks accres vindt plaats in het jaar na het betreffende begrotingsjaar. De verrekening over 2016 wordt in de meicirculaire 2017 opgenomen.

In onderstaand overzicht is het verloop van de onderuitputting op de rijksuitgaven vanaf 2012 opgenomen.

Overzicht accressen en onderuitputting rijksuitgaven

Reëel Accres

Prijsontwikkeling

Totaal Accres

Onderuitputting
rijksuitgaven

2012

-2,65%

1,25%

-1,43%

0,7 mln.

2013

-1,98%

1,54%

-0,44%

-0,2 mln.

2014

2,02%

0,75%

2,18%

0,9 mln.

2015

-1,18%

1,00%

-2,18%

0,4 mln.

2016

3,96%

0,50%

3,46%

n.t.b

Risico’s algemene uitkering gemeentefonds
Bijstelling van de accressen is een reëel risico. Elk jaar weer blijkt dat de oorspronkelijk raming van het accres geregeld wordt bijgesteld. Neerwaartse bijstelling van het accres is een reëel risico. In de risicomatrix nemen we 1% als structureel risico mee. Een ander reëel risico betreft de verdeelsystematiek van de algemene uitkering. De werkelijk ontvangst via de algemene
uitkering is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verdeelmaatstaven bij de andere gemeenten. Ook dit risico stellen wij op 1% van de algemene uitkering.

Integratie- en decentralisatie-uitkeringen:
In 2016 hebben we drie integratie-uitkeringen en 20 decentralisatie-uitkeringen ontvangen. Bij de decentralisatie-uitkeringen zijn er ten opzichte van 2015 vier vervallen en vijf nieuwe bijgekomen. Daarnaast zijn enkele uitkeringen qua hoogte gewijzigd. De grootste uitkering betreft sociaal domein, deze daalt in 2016 met € 3 mln. vanwege gefaseerde doorvoering bezuinigingen op jeugd en participatie. In de regel worden de gelden voor de betreffende uitkeringen aangewend voor het doel waarvoor ze zijn ontvangen. In 2016 hebben wij de volgende integratie- en decentralisatie-uitkering ontvangen:

2015

2015

Integratie-uitkeringen (bedragen x € 1 mln.)

Wmo (oud, hulp bij huishouden)

7,50

8,24

Sociaal domein:

  • Wmo (2015)

16,76

16,81

  • Wmo (beschermd wonen, centrumgemeente)

58,48

58,34

  • Jeugd

32,67

35,11

  • Participatie

18,94

19,97

Vergunningen, toezicht en handhaving

0,35

0,35

Totaal

134,70

138,62

Decentralisatie-uitkeringen

Beeldende kunst en vormgeving

0,15

0,15

Bodemsanering

0,81

0,70

Combinatiefuncties Brede school, sport en cultuur

0,46

0,47

Gezond in de stad

0,07

0,07

Homo-emancipatiebeleid (LHBT)

0,02

-

Jeugd

0,21

0,21

Jeugdwerkloosheid

0,10

0,10

Maatschappelijke opvang

9,99

10,18

Versterking peuterspeelzalen

0,21

0,21

Veiligheidshuizen

0,22

0,22

Vrouwenopvang

3,66

3,72

We can Young

0,02

0,02

Beter benutten

0,13

-

Versterking aanpak jihadisme

0,11

-

Voorschoolse voorzieningen peuters

0,07

-

Asielinstroom

1,01

-

Implementatie participatiewet

0,40

0,50

Eigen Kracht

0,03

0,03

Huishoudelijke hulp

1,00

1,00

Bed, bad en brood

-

0,16

Pilot nabestaanden

-

0,12

Faciliteitenbesluit opvangcentra

-

0,04

Herstructurering WSW sector

-

0,97

Projectstimuleringsmaatregelen

0,02

0,01

Totaal

18,69

18,88

Financiering
Voor de beleidsmatige verantwoording van de financiering verwijzen wij naar de verplichte paragraaf financiering.

Verbonden partijen
In dit programma wordt de algemene deelneming van de Bank Nederlandse Gemeenten verantwoord. De resultaten van de overige deelnemingen (o.a. Vitens, Enexis en ROVA) worden onder de betreffende programma’s verantwoord. Het totaal overzicht van deelnemingen is te vinden in paragraaf 3: Verbonden Partijen.
De BNG draagt bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor inwoners. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Zwolle is aandeelhouder van de bank vanwege (geringe) invloed op de dienstverlening en tarieven van de bank en het rendement op de aandelen. Over 2016 zijn er geen bijzonderheden te melden. Meer gedetailleerde informatie over deze verbonden partijen en de financiële resultaten over 2016 zijn te vinden in paragraaf 3: Verbonden Partijen.

De uitvoering van de gemeentelijke belastingheffing en -inning en de Wet woz wordt uitgevoerd door de verbonden partij Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn. Zij legt aan de inwoners één aanslag op voor zowel de gemeentelijke belastingen als de belastingen van het Waterschap. Zie voor nadere informatie paragraaf 3: Verbonden Partijen.

Stelposten
Onder de stelposten vallen onder andere de post incidenteel onvoorzien en de stelpost nog functioneel te ramen. De stelposten worden alleen op begrotingsbasis gehanteerd. Zodra een besluit is genomen om de stelpost aan te wenden dan wordt het budget afgeraamd en overgeheveld naar op het desbetreffende programma. Op rekeningbasis worden dan ook geen uitgaven geboekt op de stelposten. Onder onderdeel B van de jaarrekening is de besteding van de post onvoorzien opgenomen.

Gemeentelijke belastingen
Onder deze categorie worden de volgende algemene dekkingsmiddelen verantwoord:

  • OZB woningen en niet-woningen
  • Precariobelasting
  • Baatbelasting
  • Toeristenbelasting
  • Naheffingsaanslagen fiscalisering parkeerboetes

In de verplichte paragraaf lokale heffingen zijn de ontwikkelingen omtrent de gemeentelijke belastingen toegelicht.