Jaarverslag 2016

Inleiding

De beleidskaders voor het risicomanagement, de te hanteren uitgangspunten bij het samenstellen van de risicomatrix en de kaders voor het beoordelen van het weerstandsvermogen, met in het bijzonder de hoogte van de algemene concernreserve, zijn vastgelegd in de nota weerstandsvermogen en risicomanagement.
Conform de door de raad vastgestelde beleidskaders heeft een calculatie plaatsgevonden van de geïnventariseerde risico´s met maart 2017 als peilmaand. De volledige becijfering (risicomatrix) alsmede achterliggende informatie bij een aantal risicoposten worden vertrouwelijk toegezonden. Aan het eind van deze paragraaf geven wij een cijfermatig totaalbeeld van de uitkomsten en relateren we deze aan de berekende aanwezige weerstandscapaciteit in de vorm van beschikbare weerstandsreserveringen en aanwezige weerstandscapaciteit binnen de stelposten onvoorzien van projectkredieten.

Deze paragraaf gaat niet in op het gevoerde risicomanagement (voorkomen, minimaliseren, beheersen van risico’s). Bij diverse programma’s en in de onderliggende raadstukken is hieraan aandacht besteed.

Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit is het totaal aan middelen, waarover de gemeente beschikt om niet begrote financiële tegenvallers -incidenteel of structureel - op te vangen. Evenals die tegenvallers kan ook de weerstandscapaciteit worden onderverdeeld in incidenteel en structureel. Incidentele weerstandscapaciteit is aanwezig in de vorm van begrotingsposten voor onvoorzien en aanwezige reserves met een weerstandsfunctie. Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Het gaat dan - naast de mogelijkheid van herschikking binnen bestaande budgetten - om de onbenutte belasting- en heffingscapaciteit van de gemeente.

Weerstandscapaciteit exploitatie

Structureel beschikbaar
eind 2016

Structureel begroot voor 2017

Incidenteel beschikbaar
Eind 2016

Incidenteel
begroot
voor 2017

Onbenutte OZB ruimte

pm

pm

Onbenutte ruimte leges/heffingen

1.130

1.028

Post onvoorzien

400

500

Weerstandsreserveringen:

* Algemene concernreserve (algemeen deel)

10.000

12.000

* Algemene concernreserve (vastgoed)

10.000

12.100

* Risicoreserve Sociaal Domein

7.800

7.900

Totalen

1.130

1.028

28.200

32.500

Toelichting op de weerstandscapaciteit

Onroerende-zaakbelasting (OZB)
Voor wat betreft de OZB is het bepalen van de hoogte van de OZB tarieven een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Wel is het zo dat de macro-ontwikkeling van de OZB opbrengst voor het totaal van alle gemeenten gebonden is aan een door het rijk jaarlijks bepaald percentage.

Leges en andere heffingen
Voor zover de hoogte van leges en andere heffingen niet gebonden is aan landelijk vastgestelde tarieven, is het beleid zoveel mogelijk gericht op 100% kostendekking. Zowel bedrijfseconomische factoren (vraaguitval) als draagvlak (relatieve hoogte tarieven in vergelijking tot andere gemeenten) en beleidsinhoudelijke argumenten geven in de praktijk een begrenzing aan het volledig benutten van de aanwezige onbenutte capaciteit. In de begroting 2017 is de onbenutte capaciteit € 1.028.000, als volgt te specificeren:

Onbenutte capaciteit

Leges omgevingsvergunningen

€ 529.000

Leges juridische zaken/veiligheid

€ 77.000

Begraafplaatsrechten

€ 223.000

Havengelden

€ 99.000

Marktgelden

€ 100.000

Totaal

€ 1.028.000

Voor wat betreft de afvalstoffenheffing en de rioolheffing is de niet benutte heffingscapaciteit, die wordt gecompenseerd door een beroep op de voorzieningen, niet meegeteld. Bij benutting van de resterende capaciteit zal de meeropbrengst immers tot hetzelfde bedrag gepaard gaan met een afname van de bijdrage uit de voorzieningen.

Onvoorziene uitgaven
Jaarlijks wordt in de begroting een post opgenomen van € 500.000 voor incidentele onvoorziene uitgaven die zich kunnen voordoen bij de begrotingsuitvoering.

Weerstandsreserveringen
De beschikbare weerstandscapaciteit is geconcentreerd in de algemene concernreserve. Waarbij voor de risico's in het sociaal domein, vanwege de nieuwe taken, de eerste drie jaar een aparte risicoreserve aangehouden wordt. Op basis van de actuele risicoberekening houden wij € 10 mln. aan in de algemene concernreserve voor algemeen risico's. Voor het onderdeel vastgoed is € 10 mln. beschikbaar. In de risicoreserve sociaal domein is € 7,8 mln. als weerstandsvermogen aanwezig.
Zoals blijkt uit bovenstaande tabel hebben wij een totale incidentele weerstandsbuffer van € 28,2 mln. dat direct gerelateerd is aan de in februari 2017 uitgevoerde risicocalculatie.

A. Algemene en specifieke uitgaverisico´s

Renteramingen
De invloed van rentemutaties op onze begroting is met name gerelateerd aan de omvang van het financieringstekort en de omvang van te herfinancieren langlopende leningen en van leningen waarvoor renteherziening gaat plaatsvinden. Voor de te financieren bedragen (financiering, herfinanciering en renteherziening) tot eind 2017 wordt uitgegaan van renteniveaus van 1,0 %. Voor de kort lopende leningen wordt uitgegaan van 0 %. In de risicomatrix is het effect van 1% extra rentestijging verwerkt (post van ca € 1,0 mln. laag risico). De kans op tegenvallers t.a.v. renteramingen neemt toe, vooral indien de volgende situaties zich gelijktijdig gaan voordoen: stijgende renteniveaus, afnemende omvang van financiering met eigen vermogen en toename en/of snellere besteding van verleende investeringskredieten

Loon- en prijsontwikkeling aan de uitgavenkant van de begroting
In de risicomatrix is het effect van 1% additionele stijging van lonen en prijzen voor de algemene middelen verwerkt (post van € 1,9mln. midden risico). Daarnaast kunnen er geringe risico’s naar aanleiding van het nieuw overgangsrecht voor de FLO voormalig brandweerpersoneel optreden.

Vennootschapsbelasting (Vpb):
Overheden die winst behalen met activiteiten die concurreren met de ‘markt’, vallen vanaf 2016 onder de vennootschapsbelasting. De belastingdienst bepaalt bij de beoordeling van de aangifte wat ondernemingsactiviteiten zijn en welke activiteiten voor een winstvrijstelling in aanmerking komen. Hoewel we de aandachtsgebieden in beeld hebben die met zeer grote zekerheid belastingplichtig gaan worden (slagboom-parkeren en grondexploitaties) is de exacte financiële impact (feitelijke belastingdruk) nog niet beschikbaar. Het risico dat we belasting moeten betalen is hoog, het exacte bedrag ongewis. In 2016 is een verwachte belastingverplichting opgenomen van € 150.000. Vanaf 2017 ramen wij een voorlopige belastingverplichting van € 0,7 mln. o.b.v. de MPV 2017 en slagboom parkeren. Het risico op een hogere belastingverplichting nemen wij mee onder het weerstandsvermogen. Om het risico van fluctuaties te ondervangen is een hoog risico van € 300.000 meegenomen. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre dit uitgangspunt realistisch is en aanpassing behoeft.

B. Algemene en specifieke opbrengstrisico´s

Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds, exclusief sociaal domein.
De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling (accres) van de netto rijksuitgaven. Bijstelling van de accressen voor de komende jaren is een reëel risico. Daarnaast is er het risico dat er sprake is van onderuitputting op de rijksuitgaven van 2016. In de meicirculaire 2017 wordt de definitieve uitkomst over 2016 verwacht. Er is een midden risicobedrag opgenomen van ca € 1,9 mln. (1% structureel risico).

Een ander reëel risico betreft de verdeelsystematiek van de algemene uitkering, exclusief sociaal domein. De werkelijk ontvangst via de algemene uitkering is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verdeelmaatstaven bij de andere gemeenten. In de risicomatrix is voor het verdeelrisico's een midden risicobedrag opgenomen van ca. € 1,9 mln. (1% structureel risico).

BTW risico’s BCF
Conform de afspraken vastgelegd na afronding van de BCF(= BTW Compensatie Fonds) is een risicopost hoog opgenomen ter grootte van € 100.000 per jaar in verband met mogelijke controles belastingdienst

Volumerisico´s opbrengstramingen
Deze doen zich voor bij de OZB en bij diverse eigen heffingen zoals bouwleges, leges burgerzaken, markt-/havengelden. Ook het volume van geraamde dividenden is te zien als een risicopost. Het risicodeel op deze posten is in de risicomatrix gesteld op 10% van de geraamde bedragen en heeft een structureel karakter. In de risicocalculatie is in totaal ca. € 1,0 mln. als risicobedrag opgenomen (als middenrisico).

Specifiek ozb risico verzorgingstehuizen
Door recente jurisprudentie is onduidelijkheid ontstaan hoe om te gaan met de woondelenvrijstelling bij verzorgingstehuizen. In een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag is uitgemaakt dat er veel eerder sprake is van het moeten heffen tegen woningtarief i.p.v. het niet-woningtarief. Dit betekent dat geen gebruikersaanslag meer wordt opgelegd en bovendien dat de eigenarenaanslag tegen een lager tarief wordt opgelegd. Daarnaast is er een recente uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam geweest die de oude lijn in de jurisprudentie handhaaft. Hierbij heeft de gemeente Zwolle zich aangesloten. In 2016 hebben hiervoor in Zwolle geen procedures gelopen. We blijven dus vooralsnog de vrijstelling toepassen zoals we al deden. In de risicocalculatie is € 350.000 als laag risicobedrag opgenomen.

C. Open eind risico´s

Een aantal regelingen kenmerkt zich door een open eind karakter. Als inwoners van Zwolle voldoen aan criteria kunnen zij een beroep doen op deze regelingen, ook al zou dat leiden tot een overschrijding van het gemeentelijk budget. Als regel wordt in de risicomatrix 10% van het in de begroting opgenomen bedrag als risicopost meegeteld. De risico's gepaard gaande met het sociaal domein zijn onder categorie J verwoord.

Participatiewet inkomensdeel
Gemeenten voeren de bijstand in medebewind uit. De gemeenten ontvangen hiervoor een budget van het rijk via een specifieke uitkering. In 2015 is door het Rijk een nieuw verdeelmodel voor deze specifieke uitkering ingevoerd. In dit verdeelmodel komt Zwolle in 2017op basis van de prognoses ontwikkeling bijstandsvolume € 2,7 mln. tekort op een rijksuitkering van € 45,6 mln. Dit is 6% van de rijksuitkering. Voor het tekort boven de 5% overschrijding kan een beroep worden gedaan op een extra rijksbijdrage uit de Vangnetregeling. Het netto tekort 2017 komt daarmee, na verrekening van de extra rijksbijdrage Vangnetregeling, op € 2,5 mln. Dit bedrag is in de begroting 2017 structureel geraamd en is daardoor in het kader van de risicomatrix geen financieel risico. [Vangnetregeling: Tot 5% overschrijding van de rijksuitkering komt het tekort volledig voor rekening van de gemeente. Van het tekort tussen 5% en 12,5% komt 50% voor rekening van de gemeente. De overschrijding boven de 12,5% wordt volledig vergoed door het rijk. Het maximale financiële risico voor de gemeente Zwolle bedraagt op basis hiervan € 4,0 mln.]

Bijzondere bijstand/armoedebeleid
De uitgaven voor bijzondere bijstand is een verzamelpost van diverse open eind regelingen. De kosten van beschermingsbewind lopen nog altijd jaarlijks op. Geprobeerd wordt dit in te dammen door (landelijk) afspraken te maken met de rechtbank over het onder beschermingsbewind plaatsten van mensen. Er is ook sprake van een toenemend beroep op duurzame gebruiksgoederen en eenmalig levensonderhoud. Dit vindt in belangrijke mate zijn oorzaak in een toenemend aantal statushouders die in Zwolle worden gehuisvest. Daarnaast is aan het budget voor bijzondere bijstand een budget uit de decentralisatie uitkering sociaal domein toegevoegd voor chronisch zieken. Dit budget is nu ook meegenomen in de berekening van de hoogte van het te lopen financieel risico. Het financieel risico voor bijzondere bijstand is beoordeeld als midden (50%).

Leerlingenvervoer
In de risicomatrix is voor leerlingenvervoer een risicopost opgenomen van € 0,2 mln. met als weging laag.

Kwijtschelding
Kwijtschelding van afval leges zijn via reserves afgedekt. Kwijtschelding: de risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld.

D. Schadeclaims

Planschade
Er zijn enkele planschadeverzoeken in behandeling. Wellicht leidt een gedeelte hiervan tot schadevergoeding. Deels worden de kosten opgevangen binnen de projecten. Hoge claims kunnen echter niet opgevangen worden. Dit geldt ook voor een aantal schadekwesties/claims die in de fase van bezwaar en beroep zijn beland (zie voor concrete informatie de stukken die vertrouwelijk ter inzage liggen)
Om te vermijden dat planschades voor rekening van de gemeente komen, wordt in recente en nieuwe overeenkomsten met ontwikkelaars zoveel als mogelijk opgenomen dat zij verantwoordelijk zijn voor planschades.

Overige schadeclaims

Er is sprake van een aantal lopende schadeclaims met een risico op financieel verlies voor de gemeente (zie de vertrouwelijke specificaties).

E. Risico’s Verbonden partijen en overige (gegarandeerde) geldleningen

In dit onderdeel van de paragraaf weerstandsvemorgen en risicomanagement wordt ingegaan op de relatie met overige partijen waarmee de gemeente een risico loopt dat het effect heeft op het weerstandsvermogen.
We onderscheiden hier:

  • Verbonden partijen
  • Overige geldleningen
  • Overige gegarandeerde geldleningen

Risico’s verbonden partijen

Verbonden partijen zijn partijen waarin we bestuurlijk én financieel in participeren. Verbonden partijen voeren werk uit ten behoeve van de gemeente Zwolle. Dit werk gaat gepaard met risico; ’De belangrijkste zijn verwoord in de diverse programma’s en samengevat in de paragraaf verboden partijen. De paragraaf verbonden partijen biedt daarnaast ook inzicht in de (eventuele) financiële effecten, indien risico’s optreden en of het eigen vermogen van de verbonden partijen dit kan opvangen.
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement wordt inzichtelijk gemaakt welke risico’s de gemeente loopt met een mogelijk effect op het weerstandsvermogen van de gemeente Zwolle. We onderscheiden hier aandeelhouderschap, gemeenschappelijke Regelingen en stichtingen.

  • Aandeelhouderschap

NV Wezo
De gemeente is 100% eigenaar van de aandelen van de NV WEZO. Hierdoor staat de gemeente bij de BNG voor € 15,0 mln. garant voor alle korte en langlopende geldleningen van de NV. Het totaal saldo aan vaste geldleningen per 31/12/2016 bedroeg € 6,27 mln. en aan rekening courant € 4,01 mln. Totaal € 10,28 mln. Er is sprake van enig risico, ingeval van de NV niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Daar staat tegenover een zekerheidstelling in de vorm van onderpand van al het onroerend goed van de NV. afgelopen. (Getaxeerde marktwaarde € 10 mln.).

Deelnemingen in aandelenkapitaal
De gemeente Zwolle participeert in een aantal, overheid geliëerde, bedrijven in de vorm van deelname in het aandelenkapitaal geschiedt dit ultimo 2015 tot een bedrag, onze boekwaarde, van ruim € 1,0 mln. Deze aandelen zijn niet vrij verhandelbaar. In het algemeen is de werkelijke waarde van dit aandelenkapitaal op dit moment aanzienlijk hoger. Er zijn geen redenen die doen twijfelen aan een ongestoorde voortgang van betreffende bedrijven. Derhalve is het risico op deze deelnemingen vrijwel nihil.

  • Gemeenschappelijke Regelingen

GGD kent enkele risico's zoals personele risico's (i.v.m een terugkeergarantie € 90.000, risico laag. Ook ligt er nog een claim van Halt € 70.000 (met risico laag) en een als laag ingeschat risico a.g.v. uittreding Hattem van € 150.000.

Veiligheidsregio.
De gemeente heeft aan de Veiligheidsregio een lening verstrekt voor de aankoop van de kazerne. In de loop van 2022 zal het restant uitstaand bedrag worden verrekend met de terugkoop van de kazerne aan de Middelweg. Tussentijds vinden er aflossingen plaats.

Voor de overige gemeenschappelijke regelingen zijn geen specifieke risico’s die een effect hebben op het weerstandsvermogen van de gemeente Zwolle.

Risico’s overige verstrekte geldleningen

En fors deel hiervan, bijna € 14,9 mln. betreft leningen aan woningcorporaties c.a. Dit bedrag is lager dan vorig jaar vanwege reguliere aflossingen. Onderhavige geldleningen vallen onder de vrijwaring door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Eerst indien het WSW in financiële problemen geraakt, nadat ook haar garantievermogen is aangesproken, zijn de gemeenten, samen met het rijk, gehouden naar rato bij te dragen in een achtergestelde lening aan het WSW. Hoewel in het verleden enkele woningcorporaties negatief in het nieuws zijn gekomen, achten wij het geheel beheersbaar. Het risico ter zake kwalificeren we als gering (als pm verwerkt).

Door ons verstrekte leningen aan zorginstellingen hebben een schuldrest van bijna € 2,1 mln. Het risico achten we laag.

Een pm risico post is opgenomen voor wat betreft de verstrekte leningen in het kader van bijstand c.a.

De overige schuldrest van circa € 2,2 mln., waarvan € 600.000 uitgestelde betaling in verband met verkoop Ecodrome, hierbij is een recht van 1ste hypotheek op het verkochte ten behoeve van de gemeente gevestigd. Daarnaast loopt er lening in aan Odeon, dit betreft terugbetalingsregeling over teveel ontvangen subsidie van bijna € 800.000. Betreft verder leningen verstrekt aan enkele organisaties op het terrein van de sport en aan particulieren voor riolering en ten behoeve van zonnepanelen aan scholen. Ten aanzien van laatstgenoemde schuldrestanten ligt het risico voor het tijdig ontvangen van rente en aflossing volledig bij onze gemeente. Ons zijn op dit moment geen signalen bekend van betrokken organisaties en/of particulieren die niet aan hun verplichtingen zouden kunnen voldoen. In de matrix is een laag risico opgenomen. Tevens zijn er nog voreringen op twee gemeenten in verband met de overname van de WEZO door ons, het risico hierop achten we nihil.
Naast voorgaande leningen verstrekken we nog leningen t.b.v. doelgroepen, die volledig worden gedekt ten laste van respectievelijke stimuleringsfondsen. Risico hierop achten we gering, derhalve pm risico opgenomen.

De leningen die middels het SVN (StImuleringsfonds Volkhuisvesting Nederland) worden verstrekt, gaan allen met NHG garantie. Mocht het onverhoopt tot een gedwongen verkoop komen, dan kan het SVN een beroep doen op die NHG. Het eigen risico hierbij is 10% voor het SVN. Zij hebben een kapitaalbuffer voor die 10%. Voor onze gemeente is het dus een latent risico.

Risico’s overige verstrekte garantieleningen

Een schuldrestant van ruim € 710 mln. betreft de garantie van leningen aan woningcorporaties en landelijk toegelaten instellingen. Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ten aanzien hiervan hebben deelnemende gemeenten, samen met het rijk, een achtervang functie (zie boven).
Een schuldrestant van € 1.115 mln. betreft garantie van hypothecaire leningen aan particulieren in het kader van woningbouw cq. woningverbetering. Het risico over deze categorie leningen is in de risicomatrix als PM post verwerkt. Het betreft leningen die t/m 2010 via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), aan inwoners van onze gemeente zijn verstrekt. Het rijk en de gemeenten vervullen ook hier de achtervang functie; zij kunnen ieder voor 50% worden aangesproken op financiële tekorten van dit waarborgfonds, voor zover het betreft leningen die t/m 2010 onder deze garantie zijn verstrekt. Met ingang van 2011 staat het rijk zelfstandig volledig garant voor alle vanaf dan verstrekte leningen.
Een simulatie heeft eerder aangetoond dat voor rijk en gemeente in dezen sprake is van een niet te veronachtzamen, maar klein risico. Ons risico is als pm opgenomen.

Overige garanties hypothecaire leningen woningen:
Ruim € 7 mln. hiervan betreft oude garanties t.b.v. particulieren ten aanzien waarvan we het risico zeer gering achten. De stijging van de huizenprijzen in de loop der jaren moet ruim voldoende geweest zijn, bij (gedwongen) verkoop in voorkomend geval, het schuldrestant van meestal ‘slechts’ enkele tienduizenden euro’s, te dekken.
Het schuldrestant van door onze gemeente gegarandeerde geldleningen verstrekt aan particulieren door het Nationaal Restauratiefonds (NRF), bedraagt € 850.000. In totaal is sprake van 35 betrokken particulieren. Onze gemeente kan aangesproken worden voor de helft van het totale schuldrestant ofwel ruim € 400.00.
We schatten de risico's laag in van de volgende verstrekte gemeentegarantie aan het dierenasiel, stichting Kringloop, aan het SWZ ten behoeve van de verbouw voormalige Jenapleinschool en de Stadkamer.
Dat geldt ook voor diverse garanties sportsector (exclusief PEC). Een schuldrestant van bijna € 2,5 mln. aan diverse sportverenigingen. Wij zullen jaarlijks de jaarrekeningen van deze verenigingen beoordelen.

F. Verzekeringsrisico´s

Openbare ruimte
Met name bij voorzieningen in de openbare ruimte is er sprake van een risico op financiële schade die niet door een verzekering wordt gedekt. In dit verband zijn vooral de volgende risicogebieden te noemen: onderhoud wegen, verharding, bruggen, verlichting, bebording, gladheidbestrijding, onderhoud havens, watergangen, bermen, onderhoud bomen, speelwerktuigen, riolering, kabels en leidingen in de openbare ruimte. De gemeente is verzekerd voor die gevallen, waarin de gemeente naar derden onrechtmatig handelt, of in het geval van wegbeheer, wegmeubilair een gevaarlijke situatie laat ontstaan of heeft laten ontstaan. Voor wegbeheer, leidingbeheer geldt risico aansprakelijkheid, hetgeen betekent dat als er zich een gevaar voordoet en men hiervan schade lijdt, de gemeente in beginsel aansprakelijk is. Voor zaak- en letselschade is het eigen risicobedrag € 5.000 per gebeurtenis. Voor vermogensschade is dit € 12.500 per gebeurtenis.
Onveilige situaties kunnen bij ons onbekend zijn. Zodra wij er kennis van nemen, worden deze met voorrang opgeheven. Het relatief beperkte budget voor structureel onderhoud van onder andere elementenverhardingen zou risicoverhogend kunnen werken. In de praktijk blijkt dit echter mee te vallen. In de afgelopen jaren hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. De gemeente is eigen risicodrager waar het gaat om technische kunstwerken (tunnels, viaducten etc.). Alle technische kunstwerken worden minimaal eens per 2 jaar geïnspecteerd op de aspecten heel en veilig. De parkeerapparatuur van de gemeentelijke parkeergarages/terreinen is onder de brand- c.q. uitgebreide gevarenverzekering meegenomen. De betaalautomaten voor straatparkeren zijn niet verzekerd. In de budgetten is een post opgenomen voor kosten van vandalisme/schade.

Onderverzekering inventaris scholen
gemeente heeft de kosten van de 1e inrichting als verzekerde waarde inventaris verzekerd, In de scholen staat echter veel dan de verzekerde som aan inventaris. Nagaan wat verzekerd dient te worden en de verzekerde sommen zo nodig aan te passen. Dit laatste om onderverzekering in de toekomst te helpen voorkomen.

G. Risico´s vergunningverlening

Zie vertrouwelijke informatie.

H. Risico’s vastgoed

Bij de MPV 2017 is een actuele risico-inventarisatie gehouden van de vastgoedexploitaties en -projecten. Het totaal gekwantificeerd risicobedrag ad € 10,8 mln. bestaat uit algemene- en projectgebonden risico's. Een deel van deze risico's heeft betrekking op positieve grondexploitaties. Indien sprake is van een substantieel positieve grondexploitatie dan worden de risico's geacht opgevangen te kunnen worden binnen de betreffende grondexploitatie. Op dit moment geldt dat voor de grondexploitatie Hessenpoort, waarvan het risicobedrag berekend is op € 3,2 mln. Voor de resterende risico's ad € 7,6 mln. houden wij een weerstandsreserve aan van € 10 mln. Dit houdt in dat de dekkingsgraad van de risico’s 130 % is. De minimum dekkingsgraad is op 50% gesteld. De voorziening voor grondprijsontwikkelingen ad € 5 mln. kan vrijvallen en is in het MPV resultaat 2017 verwerkt. Voor meer informatie over de vastgoedexploitaties verwijzen wij u naar de verplichte paragraaf grondbeleid.

I. Overige Risicokosten

vandalisme schade parkeer apparatuur
Niet alleen met Oud en Nieuw, maar gedurende het gehele jaar worden we geconfronteerd met vandalisme en diefstal. Van pure vernieling van straatmeubilair tot het stelen van doelen etc. Tot dusver lukt het meestal de geleden niet verhaalbare schade binnen de reguliere budgetten op te vangen.

risico´s ziekte bomen
De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er nog sprake van achterstallig onderhoud. Er vindt controle plaats op (potentiële) risicobomen. Het bestand van de kleine straatbomen "vergrijst". In 2017 wordt de eerste fase van het meerjarig vervangingsplan uitgevoerd.

Boomziektes en –plagen:

  • Iepen, kastanjebomen en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen.  In 2016 zijn ten opzichte van voorgaande jaren veel Iepen aangetast. We monitoren of dat zich doorzet en we vervangen de Iepen voor soorten die niet of minder gevoelig zijn. Wat de kastanjeziekte betreft worden er preventieve maatregelen genomen. Dode kastanjes worden verwijderd en vervangen. De potentiële risicobomen, circa 12.000 stuks, worden om de 2 jaar geïnspecteerd; de “echte” risicobomen, circa 800 stuks, worden elk jaar gecontroleerd.
  • Na een stabilisatie in 2015 zijn de kosten voor bestrijding van de eikenprocessierups in 2016 sterk gestegen. Direct optreden is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers. In het najaar van 2016 nemen we maatregelen om verspreiding in 2017 zoveel mogelijk te beperken. De verspreiding hangt sterk af van de weersomstandigheden.
  • Overlast door de spinselmot is in 2016 verder afgenomen als gevolg van het vervangen van beplanting. De overlast vormt geen probleem meer.
  • De essentakkensterfte, is voor het eerst gesignaleerd in Zwolle in 2012 en breidt zich verder uit. We verwachten voor de periode na 2017 een stijging van de schade.
  • De overlast door “lekkende bomen” is de afgelopen jaren toegenomen, al viel 2016 mee. Door warmere zomers, hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan "druipen".  Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast.
  • Stormschade wordt veelal veroorzaakt door bomen, die in hun val hun omgeving beschadigen. Het blad blijft tegenwoordig langer aan de bomen, waardoor deze langere tijd gevoelig zijn voor stevige stormen (een boom zonder blad kan veel meer wind verdragen). Bovendien vinden meer stormen plaats in de periode dat de bomen nog bladdragend zijn.

Snellere slijtage geluidsreducerend asfalt
Afgelopen jaar heeft verdiepend onderzoek plaatsgevonden op wegen waar de problematiek met snellere slijtage van geluidwerend asfalt (ZSA) mogelijk aan de orde kan komen. Uit dit onderzoek (boringen en inspecties) op de andere wegvakken waar dit type asfalt is toegepast, is geen sprake van de problematiek zoals op de Hasselterweg en Westenholterallee. Bekend is echter dat dit type asfalt kwetsbaarder is dan was aangenomen en daardoor een groter risico kent op versnelde slijtage. Met het oog op dit grotere risico blijven we de wegvakken waar dit type asfalt is toegepast tijdens de jaarlijkse inspectieronde nauwlettend in de gaten houden.

Kademuren Thorbeckegracht en Blekerswegje
In 2017 wordt buitengewoon onderhoud gepleegd aan de kademuren. Hiervoor is dekking gevonden in de onderhoudsbegroting. Na dit onderhoud kan dit risico hier vervallen

Voor bovengenoemde risico's wordt een stelpost aangehouden van 1, 5 miljoen.

J. Algemene reserve risico's Sociaal Domein

sociale werkvoorziening
De toegang tot de Wet sociale werkvoorziening is per 1 januari afgesloten. Op basis van door het rijk berekende uitstroompercentages wordt het budget jaarlijks overeenkomstig verlaagd. Tevens wordt, als extra bezuiniging, de komende jaren het gemiddelde subsidiebedrag per Sw-medewerker verlaagd. In 2017 betekent dit een lager budget voor de Wsw van € 1,1 mln. ten opzichte van 2016. Risico's zijn dat de uitstroompercentages niet worden gerealiseerd of dat de korting op het gemiddeld subsidiebedrag niet kan worden opgevangen met hogere opbrengsten. Dit risico wordt beoordeeld als midden (50%).

WMO open eindrisico
Het risico is aanwezig dat het verschil tussen de beschikbare budgetten ten opzichte van werkelijk verbruik daalt. De volgende onderdelen beschouwen we als openeindregeling: WMO, individuele begeleiding, dagbesteding, Jeugdzorg. We berekenen deze conform de spelregels van openeindregeling. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ), toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen uit gerechtelijke uitspraken, etc. komen vooral hierin tot uitdrukking. Ook voor 2017 wordt via de inkoopcontracten een balans gezocht tussen de beschikbaarheid van zorg en de beheersing van het budget. De werkelijke cijfers van 2015en verwachte eindcijfers 2016 zijn bekend en deze ervaringscijfers zijn bij het bepalen van deze risico's meegenomen. Bij jeugd bestaat er een hoog risico op totaal regionaal budget. Zowel in 2015 als verwacht in 2016 kent Jeugdzorg een tekort. (ca. 5,5 mln. resp. € 14 mln. regionaal). De eigen bijdragen worden via het CAK verwerkt, gelet op het ontbreken van inkomensgegevens is het moeilijk om een prognose te maken. Op basis van ervaringscijfers 2015 is dit risico ingeschat (in 2015 en 2016 ca. 5,2 mln. inkomst)

Beschermd wonen
Voor het Beschermd Wonen wordt een laag risico post opgenomen, dit is ten opzichte van vorig jaar een daling (van midden risico naar laag risico). Er zijn nu ervaringscijfers vanuit 2015 en 2016.Daarnaast is het Rijksbudget nu aangepast, er is regionaal meer budget toegekend. In 2015 is er regionaal budget overgehouden, die ingezet gaat worden in 2016 en 2017. Laag risico.

Invoering objectief verdeelmodel
Daarnaast vormt de verdere invoering van het objectief verdeelmodel een risico dat nu als pm wordt opgenomen.

Beoordeling weerstandsvermogen

Conform de door de raad vastgestelde beleidskaders heeft een calculatie plaatsgevonden van de geïnventariseerde risico´s met maart 2017 als peilmaand. De uitkomsten - in de vorm van een risicomatrix met achterliggende onderbouwingen - liggen vertrouwelijk ter inzage. In totaliteit is een risicobedrag gecalculeerd van € 31,6 mln. Dit bedrag heeft voor € 7,6 mln. betrekking op niet afgedekte risico´s grondexploitaties, voor € 9,8 mln. op risico's sociaal domein en voor € 14,2 mln. op overige niet afgedekte risico´s. Bij de berekening van dit bedrag zijn de uitgangspunten gehanteerd zoals vastgelegd in de door de raad in februari 2012 vastgestelde nota weerstandsvermogen en risicomanagement.

In vergelijking tot de peiling in de voorgaande risicomatrixen is de volgende ontwikkeling waar te nemen :

Peilingsmaand

Risico Bedrag

Dekkingspercentage gerealiseerd met beschikbare weerstandscapaciteit

Procentuele aandelen posten met:

Hoog risico

Midden risico

Laag risico

augustus 2008

16,9 mln.

59%

36%

49%

25%

augustus 2009

15,3 mln.

65%

36%

45%

19%

augustus 2010

27,6 mln.

50%

50%

29%

21%

augustus 2011

21,8 mln.

50%

36%

40%

24%

augutsus 2012

55,2 mln.

56%

44%

41%

15%

augustus 2013

45,6 mln.

55%

48%

38%

14%

augustus 2014

42,1 mln.

59%

44%

37%

19%

Augustus 2015

50,8 mln.

65%

50%

37%

13%

Maart 2016

40,2 mln.

71%

44%

41%

15%

Augustus 2016

39,7 mln.

82%

48%

38%

14%

Maart 2017

31,6 mln.

89%

41%

41%

19%

Conform de berekening in de vertrouwelijke risicomatrix is het benodigde weerstandsbedrag ter afdekking van het risicobedrag ad € 31,6 mln. bepaald op ca € 28,2 mln. Hiermee wordt een afdekking van risico’s van 89% bereikt, hetgeen ligt tussen de afgesproken marge van 50% en 100%.

Financiële kengetallen (BBV)

De gemeenten zijn verplicht in de paragraaf weerstandsvermogen een zestal financiële kengetallen op te nemen voor het laatste rekeningjaar, het lopende begrotingsjaar en het nieuwe begrotingsjaar.
In onderstaande tabel zijn de betreffende kengetallen opgenomen en vervolgens voorzien van een beoordeling. In bijlagen van de begroting zijn de definities van de betreffende kengetallen opgenomen.

2015
rekening

2016
begroting

2016
rekening

2017
begroting

2018 begroting

2019 begroting

2020 begroting

1a. Netto schuldquote

0,78

0,84

0,74

0,76

0,75

0,74

0,73

1b Netto Schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen

0,67

0,73

0,67

0,69

0,69

0,67

0,67

2. Solvabiliteitsratio

0,22

0,17

0,26

0,15

0,15

0,15

0,16

3. Kengetal grondexploitatie

0,18

0,25

0,13

0,14

0,12

0,11

0,09

4. Structurele exploitatieruimte

0,06

0,00

0,04

0,01

0,01

0,01

0,01

5. Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoons huishoudens

0,92

0,89

0,89

0,89

0,91

0,92

0,93

In algemene termen kunnen we stellen dat structurele weerbaarheid in de rekening aanwezig is gelet op de beschikbare structurele begrotingsruimte en de lager dan gemiddelde belastingdruk. De rentekosten op de leningen zijn beheersbaar en worden volledig opgevangen binnen het begrotingsresultaat. Door spreiding in aan te trekken leningen beperken wij het risico van rentestijgingen. Ook de verhouding tussen eigen vermogen en schulden (solvabiliteitsratio) blijft op niveau.
Naast de structurele ruimte in de rekening is ook sprake van het op peil hebben van ons weerstandsvermogen op de onderdelen vastgoed, sociaal domein en overige begrotingsonderdelen.