Jaarverslag 2016

Transformatieagenda sociaal domein
In juli 2016 is de transformatieagenda sociaal domein vastgesteld. Daarmee is een nieuwe fase ingegaan. Waar eerder de nadruk lag op transitie om de nieuwe taken per 1 januari 2015 goed uit te voeren, gaan we nu een stap verder in het ontwikkelen van vernieuwende aanpakken waarmee de eigen kracht van inwoners wordt versterkt en zetten we extra in op preventie, waardoor zwaardere problematiek voorkomen kan worden.

In de transformatieagenda wordt gefocust op vijf transformatiethema's, die in de tweede helft van 2016 nader zijn uitgewerkt:

  1. Samenkracht van mensen
  2. Integrale (gezins)aanpak
  3. Passend wonen met zorg
  4. Samenhang en samenwerking in de toegang
  5. (Arbeids)participatie en bijstand

In 2016 zijn vooral voorbereidende werkzaamheden gedaan om de transformatie te realiseren. In de komende tijd zullen die verder worden gerealiseerd en zullen de resultaten daarvan zichtbaar worden. In de tussentijd is hard gewerkt om - met de beperkte ervaringen uit 2015 - de inwoners die dat nodig hadden zo goed mogelijk te ondersteunen. Daarnaast zijn binnen de lopende werkzaamheden al stappen gezet om de zelfredzaamheid en participatie van inwoners te versterken. Deze worden beschreven in de programma's 11 tot en met 14.

Hieronder gaan we in op enkele onderwerpen die in de begroting 2016 als focuspunten zijn benoemd.

Sociaal Wijkteam
Ook in 2016 werd het sociaal wijkteam (SWT) door inwoners goed gevonden. Daardoor is de werkdruk in 2016 hoog gebleven. Intussen zijn achterstanden door de vele herbeoordelingen weggewerkt en de administratieve problemen met PGB's zo veel mogelijk opgelost. Daardoor is meer ruimte ontstaan voor de kerntaken van het sociaal wijkteam. Intussen is ook in 2016 geïnvesteerd in de inhoudelijke en methodische ontwikkeling van de medewerkers van de sociale wijkteams. We hebben dit gedaan in samenwerking met onze hogescholen VIAA en Windesheim en de ROC's Deltion en Landstede.

Bijzondere aandacht is geschonken aan de onderwijsinstellingen en huisartsen in Zwolle. Deze partijen/partners spelen een belangrijk rol bij kinderen en jongeren die mogelijk extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben. Doel was deze "toegangen" beter geïntegreerd en/of afgestemd te krijgen. Dat heeft nu al tot goede effecten geleid en de samenwerking in de toegangen zal in de komende jaren verder worden geïntensiveerd, onder meer door sociaal werkers van het SWT aan huisartsenpraktijken te koppelen.

In de loop van 2016 is het besef gegroeid dat de tijdelijke organisatorische constructie van het sociaal wijkteam een goed toekomstbestendige ontwikkeling in de weg stond. Daarom is in september met externe ondersteuning een onderzoek gestart naar de meest wenselijke positionering. Dit traject is in december 2016 afgerond en inmiddels hebben wij een voorstel aan de gemeenteraad voorgelegd, waarin wordt voorgesteld het SWT binnen de gemeentelijke organisatie te positioneren.

Partnerschap in het sociaal domein
Veel van wat binnen het sociaal domein is bereikt, is het resultaat van constructieve samenwerking tussen betrokken professionals en organisaties. Tegen de achtergrond van afnemende financiële middelen en soms toenemende vraag, is partnerschap noodzakelijk. Vaak lukt dat goed, veelal is het intensief met elkaar werken en soms ook kost het moeite om de verschillende belangen van partners bij elkaar te brengen. Ook in de komende jaren zal de ingezette transformatie een goed partnerschap vergen om de ingezette veranderingen samen te realiseren.

Effectieve regionale samenwerking
Onze gemeente participeert in meerdere regionale samenwerkingsverbanden, soms wettelijk voorgeschreven in andere gevallen een eigen initiatief. Op het terrein van economische samenwerking en de samenwerking op het terrein van arbeidsmarkt en werkgelegenheid is sprake van veel dynamiek en betrokkenheid. Deze samenwerking omvat vergeleken met andere samenwerkingsverbanden een groot aantal gemeenten. Deze samenwerking heeft zich in 2016 opnieuw effectief getoond.

De samenwerking op het terrein van de jeugdzorg IJselland is onderwerp van evaluatie geweest. Dit heeft in december 2016 geleid tot het aantrekken van een kwartiermaker samenwerking Jeugdzorg IJsselland. Deze kwartiermaker zal adviseren hoe de samenwerking in de komende jaren het beste vorm kan krijgen.

Binnen de Wmo valt onderscheid te maken tussen "beschermd wonen" en de overige taken zoals huishoudelijk hulp, hulpmiddelen, vervoer, dagbesteding en individuele begeleiding. In geval van beschermd wonen is Zwolle centrumgemeente van een regio die loopt van Hardenberg tot Putten (IJssel-Vecht en Noord Veluwe). Deze "voorgeschreven" samenwerking is in 2016 effectief en constructief geweest. In geval van de "overige Wmo-taken" heeft de regio IJssel-Vecht besloten tot het aanstellen van een regionaal coördinator. Deze coördinator heeft zich gericht op:

  • Afstemmen verhouding met het zorgkantoor verantwoordelijk voor de Wlz.
  • Gezamenlijk inkopen c.q. gezamenlijk ontwikkelen van een inkoopstrategie (met aandacht voor administratieve lastenverlichting).
  • Delen van kennis en inzichten t.b.v. de lokale beleidskeuzes.
  • Inventariseren en voorbereiden van de regionale aanbesteding maatwerkvervoer.

Sturings- en verantwoordingsinformatie
Een goede werking van het sociaal domein in al zijn verantwoordelijkheidslagen, staat of valt met adequate (horizontale en verticale) sturings- en verantwoordingsinformatie. Deels ligt hier een wettelijke verplichting aan ten grondslag, deels wordt de noodzaak en behoefte bepaald door de verschillende verantwoordelijkheidslagen in onze gemeente en in onze regionale samenwerkingsverbanden.

In 2016 is enerzijds gewerkt aan integratie van de monitor(s) in de reguliere begrotings- en beleidscyclus en anderzijds aan een tot een op doelgroep gelaagde uitwerking van de monitor(s). Naast bovengenoemde monitor(s) is er in 2016 gewerkt aan de doorontwikkeling "inzicht in de kwaliteit van de stad". Daarbij moet gedacht worden aan het verder aanvullen van het "buurt voor buurt onderzoek" en het combineren van deze gegevens met informatie van bijvoorbeeld de GGD. Hier zijn bijvoorbeeld een wijkgezondheidsprofiel stadsdeel Oost en een stadsbrede jeugdindex uit voort gekomen.

Een dergelijk inzicht in onze stad draagt bij aan gefundeerde politieke keuzes, een effectieve inzet van de beschikbare budgetten en uiteindelijk in een doeltreffende(r) ondersteuning en zorg voor onze inwoners die deze (tijdelijk) nodig hebben. Bij het vormgeven van vernieuwende aanpakken bij de transformatie hebben we ook aandacht besteed aan de wijze waarop de effecten daarvan gemonitord kunnen worden, zodat we snel kunnen bijsturen als dat nodig blijkt.

Financieel resultaat 2016
Het totaal tekort in het Sociaal domein t.o.v. rijksbudgetten bedraagt in 2016 € 5,3 mln., dit is exclusief het netto tekort van € 3,2 mln. op bijstandsverlening. Zodra we zicht kregen op dit tekort hebben we hier direct op geanticipeerd door extra budget beschikbaar te stellen, dit wordt hieronder nader toegelicht. Daardoor is het eindresultaat 2016 op het Sociaal domein 0,2 mln.

De genoemde afwijking van 5,3 mln. ten opzichte van de rijksbudgetten is ontstaan door de volgende voor- en nadelen:

Jeugd

€ 1,9 mln. nadeel

Participatie

€ 2,9 mln. nadeel

Diah

€ 1,0 mln. nadeel

Beschermd wonen

€ 0,6 mln. nadeel

Totaal nadeel

€ 6,4 mln.

Samenleving

€ 0,4 mln. voordeel

Inkomen

€ 0,4 mln. voordeel

Overige, divers

€ 0,3 mln. voordeel

Totaal voordeel

€ 1,1 mln.

De belangrijkste oorzaken van deze verschillen hebben te maken met een grotere dan verwachte vraag naar ondersteuning. Het tekort bij Participatie betreft een structureel tekort op Wezo en activering. Dit wordt bij de programma's nader toegelicht.
In financiële zin betekenen deze afwijkingen het volgende:

  • Het resultaat op Inkomen van € 0,4 mln. voordelig valt vrij in het jaarrekeningresultaat, omdat deze via de algemene middelen wordt gefinancierd. Vooruitlopend op deze rijksvergoeding zijn deze kosten al gemaakt en betaald uit de algemene midden (Berap 1). Hierdoor valt dit resultaat nu vrij. Het bruto tekort op bijstandverlening van ca. € 4,7 mln. wordt voor ca. € 1,5 mln. vergoed via de Vangnetregeling, waardoor het netto tekort op  € 3,2 mln. uitkomt. Dit is in Berap 1 al verantwoord.
  • Het resultaat Beschermd wonen van € 0,6 mln. nadelig ten opzichte van het gedecentraliseerd rijksbudget is in Berap 2 2016 al verantwoord voor € 586.000. Eind 2015 is er een reserve Beschermd wonen ingesteld met een bedrag van ruim € 1,6 mln. Om het tekort van € 45.000 te dekken is dit bedrag bij de jaarrekening 2016 onttrokken aan de reserve Beschermd wonen. Na beide onttrekkingen (€ 586.000 + € 45.000) bedraagt deze reserve per 1 januari 2017 nog ca. € 1 mln.
  • De resultaten van de overige producten worden via de reserve Sociaal Domein gefinancierd. Het totaal resultaat op deze producten (dus excl. Inkomen en Beschermd Wonen) ten opzichte van de rijksbudgetten bedraagt € 5,1 mln. nadelig. Vanuit de algemene middelen is in de begroting 2016 al € 4,3 mln. toegevoegd. De overige benodigde € 0,8 mln. wordt bij de jaarrekening 2016 onttrokken uit de reserve Sociaal Domein. Deze onttrekking van € 0,8 mln. bestaat uit een al door de raad goedgekeurde onttrekking van € 0,6 mln. voor de regionale inkoop jeugdzorg en € 0,2 mln. aanvullend als eindresultaat 2016 op Sociaal Domein.

De reserve Sociaal Domein bedroeg per 1 januari 2016 € 8,6 mln. en na onttrekking per 1 januari 2017 dus nog € 7,8 mln.
Deze stand van de reserve per 1 januari 2017 is voldoende, aangezien de risicoberekening een minimaal benodigde reserve van € 4,9 mln. aangeeft.

Rechtmatigheid, accountantsverklaring
De accountant zal naar verwachting net als vorig jaar de PGB-uitgaven als onzeker aanmerken omdat de SVB haar processen pas eind 2016 op orde leek te hebben. Aangezien Zwolle centrumgemeente is, zijn de PGB budgetten bij met name Beschermd Wonen en bij Jeugd relatief hoog. Het totaal PGB budget bedraagt ca. 22 mln. Dit overstijgt de maximum ondergrens voor onzekerheden (ca. 15 mln.). Hierdoor verstrekt onze accountant naar verwachting wederom een verklaring met beperking, net als over 2015. Dit geldt naar verwachting voor veel gemeenten.