Doelstellingen/maatschappelijke effecten | ||
---|---|---|
Beperken van noodzaak tot gebruik van maatschappelijke opvang. Indien noodzakelijk opvang en ondersteuning bieden gericht op door- en uitstroom, evenals het vergroten van participatie en zelfredzaamheid. Daarnaast wordt ingezet op het beperken van overlast door dak- en thuislozen | ||
Streefdoel/indicator | ||
In 2016 zitten alle dak- en thuislozen die bekend zijn bij de centrale toegang, in traject gericht op een stabiele mix van huisvesting, dagbesteding zorg- en hulpverlening waarbij het hoogst haalbare niveau van de cliënt als uitgangspunt wordt gehanteerd. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Alle dak- en thuislozen, bekend bij de centrale toegang, worden na screening in een traject geplaatst, of doorverwezen naar elders (andere regio, andere hulpverlening). | Ook in 2016 zitten alle dak- en thuislozen die bekend zijn bij de centrale toegang, in een traject. | Alle daklozen die bekend zijn bij de Centrale Toegang hebben een traject aangeboden gekregen, gericht op maatschappelijk herstel. |
Streefdoel/indicator | ||
In 2016 is voor tenminste 60% van de daklozen bekend bij de centrale toegang dagbesteding gerealiseerd. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
In 2014 heeft 80 % van de dak- en thuislozen structurele dagbesteding. Een ander deel heeft wel vormen van dagbesteding, maar niet structureel. | In 2016 wordt aan alle dak- en thuislozen, bekend bij de Centrale Toegang een passend aanbod voor dagbesteding -activering gedaan. In 2016 maakt tenminste 80% van de daklozen gebruik van het aanbod. | Alle daklozen, bekend bij de CT is in 2016 een passend aanbod gedaan voor dagbesteding en activering (95%). |
Streefdoel/indicator | ||
Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolge van huisuitzetting is in 2016 minder dan 5% van het aantal daklozen. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
In 2012 was 4,5% van het aantal daklozen het gevolg van huisuitzettingen. | We streven naar het behouden van de nulsituatie en dit percentage zo laag mogelijk te krijgen. Het percentage op 0% krijgen is niet mogelijk, soms moet je bij consequent weigeren van iedere medewerking van cliënt tot huisuitzetting over kunnen gaan. Dit betreft uiteraard wel uitzonderlijke situaties. | In Zwolle hebben in 2016 in totaal 20 huisuitzettingen plaatsgevonden (minder dan 1 % van het aantal daklozen). We zien, ten opzichte van voorgaande jaren een lichte daling in het aantal huisuitzettingen. Overigens is er geen 1 op 1 verband tussen huisuitzettingen en instroom in de maatschappelijke opvang. |
Streefdoel/indicator | ||
In 2016 is overlast gevend gedrag van daklozen teruggebracht naar 75% van het niveau van 2010. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Geen 0-meting(zie toelichting). | Doel ishet voorkomen van overlast door dak- en thuislozen en adequaat inzetten op tegengaan van overlast. | Overlast door dak- en thuislozen is minimaal, enerzijds door het bieden van dagbesteding en activering dat aansluit bij mogelijkheden en behoeften van daklozen, anderzijds door inzet van Streetcare waardoor daklozen op straat worden aangesproken op hun gedrag. |
Streefdoel/indicator | ||
In 2016 is voor tenminste 95% van de daklozen bekend bij de centrale toegang, huisvesting gerealiseerd. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
In 2014 heeft niemand in Zwolle tegen zijn wil op straat hoeven te slapen. Kortom: voor meer dan 95% van de daklozen, bekend bij de centrale toegang, is in 2015 huisvesting gerealiseerd. | In 2016 is voor tenminste 95% van de daklozen bekend bij de centrale toegang, huisvesting gerealiseerd. Niemand hoeft tegen zijn wil op straat te slapen. Een beperkt aantal daklozen kiest er zelf voor om buiten te slapen, vandaar dat we geen 100% kunnen scoren. | In 2016 is voor tenminste 95 % van het de daklozen, bekend bij de CT, huisvesting gerealiseerd. Ook in 2016 heeft niemand tegen zijn wil op straat hoeven te slapen. |
Streefdoel/indicator | ||
Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolge van detentie of afwenteling door andere instellingen is in 2016 minder van 5% van het totaal aantal daklozen. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
In Zwolle zijn nagenoeg geen gevallen bekend van dakloosheid als gevolg van detentie. | Het aantal mensen dat dakloos raakt ten gevolg van detentie of afwenteling door andere instellingen is in 2016 minder dan 5% van het totaal aantal daklozen. | In 2016 is het aantal daklozen als gevolg van detentie minder dan 5 % van het totaal aantal daklozen. |
Streefdoel/indicator | ||
In 2016 is het aantal dakloze jongeren in de regio Zwolle met 50% gedaald ten opzichte van het jaar 2008. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
In 2012 is het aantal dakloze jongeren in Zwolle 92. In 2013 was het aantal dakloze jongeren 83. | In 2016 is het aantal dakloze jongeren in de regio Zwolle met 50% gedaald ten opzichte van het jaar 2012. | In 2016 hebben we, na een daling in 2015, een stijging van het aantal zwerfjongeren geconstateerd. Het aantal zit met 93 jongeren weer op het niveau van 2014 toen dat aantal ook 93 was. |
Toelichting
In 2016 heeft de raad de regionale veranderagenda voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang (2016-2019) vastgesteld. Belangrijkste ambities van de regionale veranderagenda zijn:
a. zo lang mogelijk zelfstandig wonen,
b. zo snel mogelijk weer zelfstandig wonen,
c. samenwerking in de keten
Omdat we met Beschermd Wonen min of meer voor de zelfde uitdagingen staan en we voor een groot deel te maken hebben met dezelfde partners, iser voor gekozen om te werken vanuit een integrale transformatie-veranderagenda voor zowel maatschappelijke opvang als beschermd wonen. De regionale veranderagenda is inmiddels in alle regiogemeenten vastgesteld. We werken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid aan de ambities van de veranderagenda.
De raad heeft in 2010 in een amendement vastgesteld het streven om in 2014 een daling met 50% te realiseren van het aantal dakloze jongeren in de regio Zwolle ten opzichte van het jaar 2008. Vorig jaar hebben wij al aangegeven dat dit streefdoel, ondanks onze inspanningen niet reëel blijkt te zijn. Bij de op te stellen veranderagenda maatschappelijke opvang en beschermd wonen is dit meegenomen.
In voorgaande jaren is al geconstateerd dat de doelstelling ten aanzien van overlast, zoals oorspronkelijk geformuleerd in het Stedelijk Kompas niet exact te meten is, i.v.m. wisseling van registratiesysteem van de politie. In het registratiesysteem van de politie worden geen specifieke gegevens van (overlast door) dak- en thuislozen geregistreerd. De inzet van Streetcare maakt dat we actief in kunnen zetten op eventuele nieuwe 'hotspots', plekken waar dak- en thuislozen zich ophouden. Hierdoor worden dak- en thuislozen aangesproken op hun gedrag en wordt hun begeleiding en (zinvolle) dagbesteding geboden (Zwolle Actief).
Alle gemeenten hebben opdracht van het Rijk om lokaal een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag te organiseren. In 2016 is gemeente Zwolle samen met een aantal partners in de stad (o.a. GGD, Dimence, Politie, SWT, zorgaanbieders) gestart met het ontwikkelen van een sluitende aanpak voor personen met verward gedrag. We hebben GGD opdracht gegeven om aan de hand van de bouwstenen, zoals deze door het landelijk aanjaagteam voor een aanpak voor personen met verward gedrag zijn geformuleerd, in kaart te brengen waar we in Zwolle nu staan en waar aanvullingen/verbeteringen nodig zijn om te kunnen spreken van een sluitende aanpak. De uitkomsten van het onderzoek van GGD zijn leidend voor de verdere ontwikkeling van de Zwolse aanpak voor personen met verward gedrag.
Relaties met andere programma’s
Bij het onderdeel maatschappelijke opvang ligt er een relatie met de programma’s 8, 10 en 11.
* Zelfredzaamheidsmatrix is een instrument waarmee op eenvoudige wijze de mate van zelfredzaamheid van een cliënt in kaart kan worden gebracht