Doelen
Doelstellingen/maatschappelijke effecten | ||
---|---|---|
| ||
Streefdoel/indicator | ||
Toelichting algemeen | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
34 % van de mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar belast (24%), zwaar belast (8%) tot overbelast (4%) (2013) | Ondanks de ingrijpende ontwikkelingen in het sociaal domein worden minimaal de waarden van 2013 behouden | 32 % van de mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar (25%), zwaar belast (5%) tot overbelast (2%) (2016) |
Versterken sociale competenties en burgerschap bij jongeren; ontwikkelen weerbaarheid. Aantal bereikte jongeren (dus niet bezoekers) in de drie jongerencentra in 2013 is 1.000. | Minimaal handhaven van de nulsituatie. | Door het accommodatiegebonden jongerenwerk zijn in 2016 2.331 (2015: 2.168) individuele jongeren actief bereikt. |
Voorkomen schooluitval. Het maximale halen uit de schoolloopbaan, stimuleren van jongeren hun diploma's te halen. Aantal bereikte individuele jongeren in 2013 door middel van ambulant jongerenwerk is 1.537. | Minimaal handhaven van de nulsituatie. | In 2016 zijn door het ambulant jongerenwerk en gerelateerde projecten gemeentebreed minimaal 2.293 (2015: 1.852) individuele jongeren bereikt. |
De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in 2013, 5,0. | De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners is gestegen ten opzichte van het jaar 2013. | De waarden zijn gelijk gebleven (5,0) ondanks de ingrijpende ontwikkelingen in het sociaal domein. |
De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in 2013: 1,4. | De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is gedaald ten opzichte van jaar 2013. | Dit is gemiddeld over de hele stad gelijk gebleven (1,4) ondanks de ingrijpende ontwikkelingen in het sociaal domein. |
2013 | Minimaal handhaven van de nulsituatie | 75% van de inwoners van Zwolle geeft aan zich verantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in eigen buurt. |
35% van de inwoners van Zwolle geeft aan zich afgelopen jaar actief ingezet te hebben voor verbeteren van de buurt | Idem | In 2016 geeft 40 % van de inwoners aan zich actief te hebben ingezet voor het verbeteren van de buurt. |
69% van de inwoners van Zwolle is actief als vrijwilliger | Idem | In 2016 geeft 67 % van de Zwollenaren aan zich de afgelopen 12 maanden ingezet te hebben als vrijwilliger. |
8% van de ouderen en 3% van mensen tussen de 19 en 65 jaar voelt zich weleens ernstig tot zeer ernstig eenzaam | Idem | Deze percentages zijn in 2016 gelijk gebleven. |
Relaties met andere programma’s
De doelstellingen gericht op het vergroten van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid hebben een sterke relatie met programma 12.
Doelstellingen/maatschappelijke effecten | ||
---|---|---|
Het verbeteren of behouden van de gezondheid voor alle Zwollenaren, het bevorderen van gelijke kansen op gezondheid, het verkleinen van gezondheidsverschillen en het voorkomen van ziekten. | ||
Streefdoel/indicator | ||
| ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
In 2011 geldt voor 19-65 jarigen:
| Minimaal handhaven van de nulsituatie. | Nog niet bekend. De volwassenenmonitor komt uit in de zomer van 2017. |
Streefdoel/indicator | ||
Preventief ouderengezondheidsbeleid
| ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
86 % van de ouderen van 80 jaar en ouder is psychisch gezond (ouderenmonitor GGD 2011) | Percentage daalt niet. | Nog niet bekend. De ouderenmonitor komt uit in de zomer 2017. |
Inactiviteit neemt sterk toe met de leeftijd. 60 % van de ouderen voldoet aan de beweegnorm. (ouderenmonitor GGD 2011) | Percentage daalt niet. | Idem. |
Streefdoel/indicator | ||
Bevorderen van gezond gewicht bij jongeren van 0-19 jaar. De ontwikkeling van het percentage kinderen en jongeren met een gezond gewicht blijft in Zwolle gunstiger verlopen dan de ontwikkeling van het landelijk gemiddelde percentage. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Jongeren met een gezond gewicht 4 t/m 13 jaar is 79% (bron: ChecKid 2009) en 12 t/m 23 jaar 75% (bron: Jongerenmonitor 2010). | Minimaal handhaven van de nulsituatie | Op dit moment niet bekend. |
Streefdoel/indicator | ||
Afname alcoholgebruik onder jongeren. Jongeren beginnen later met het drinken van alcohol, drinken minder vaak en minder vaak grote hoeveelheden.
| ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Omvang van de groep 12-15 jarigen die alcohol drinkt is 14% (2011). | 12% | Drinkt wel eens alcohol: |
Omvang van de groep 16-23 jarigen die alcohol drinkt is 88% (2011). | 80% | Drinkt wel eens alcohol: |
Gemiddelde startleeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken is 14,7 jaar (2011). | 15,5 jaar | Niet bekend |
Omvang van de groep 12-24 jarigen die regelmatig grote hoeveelheden drinkt is 17% (2011). | 15% | Klas 2 12% (t.o.v. regio 25%) |
Percentage ouders dat het goed vindt of er niets van zegt dat hun kind drinkt: 30% (2011) | 27% | Klas 2: 18% (t.o.v. regio 23%) |
Streefdoel/indicator | ||
Er is een sport- en beweegaanbod voor inwoners van Zwolle, met of zonder beperking en ongeacht de leeftijd.
Op 18 scholen kunnen kinderen binnen en buiten schooltijd sporten. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
10% (2010) van de kinderen van 0-12 jaar is inactief of matig actief. | Maximaal 8% | Wordt dit jaar niet gemeten. |
66% (2011) van de 12-15 jarigen voldoet aan de beweegnorm. | Minimaal handhaven van de nulsituatie | |
In 2011 voldoet 69% van de volwassenen aan de Nederlandse norm gezond bewegen. | Minimaal handhaven van de nulsituatie | |
Er zijn 17 scholen (2012) waar de jeugd binnen en buiten schooltijd dagelijks kan sporten | 18 | Er zijn op 14 scholen vakdocenten (bewegingsonderwijs) gedetacheerd vanuit SportServiceZwolle die ook wijkgericht aanbod verzorgen. Daarnaast zijn er op de scholen van OOZ eigen vakdocenten actief. In de omgeving van die scholen is ook wijkgericht aanbod van SSZ beschikbaar. |
Toelichting
Cijfers over ouderen en volwassenen zijn op dit moment nog niet bekend. In de zomer komen zowel de ouderen als de nieuwe volwassenenmonitor uit.
De jongerenmonitor is nu gebaseerd op onderzoeken in de klassen 2 (13/14 jaar) en 4 (15/16 jaar) van het voortgezet onderwijs en daarom de cijfers m.b.t. alcoholgebruik niet vergelijkbaar. De leeftijdsindeling en de methode van onderzoek is anders dan voorgaande jaren en er kunnen derhalve geen trends worden aangegeven. De cijfers die zijn gegeven zijn percentages in beide klassen, met het gemiddelde percentage voor de regio IJsselland als vergelijkingsmateriaal.
Relaties met andere programma’s
Jeugd en alcohol heeft een relatie met het verslavingsbeleid evenals toezicht en handhaving. Dit onderwerp wordt echter primair vanuit het gezondheidsbeleid vorm gegeven. Bevorderen van bewegen heeft een relatie met programma 10.
Doelstellingen/maatschappelijke effecten | ||
---|---|---|
Het versterken van het opvoedklimaat in gezinnen, wijken, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen (opvoeden versterken). | ||
Streefdoel/indicator | ||
Iedere peuter kan een voorschoolse voorziening (kinderopvang en/of peuterspeelzaal) bezoeken, waardoor een goede start op de basisschool wordt ondersteund. Gemiddelde bezetting peuterspeelzalen: 88% - 95% | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Gemiddelde bezetting peuterspeelzalen 2013: 94,84% | Tussen 88% en 95% | 85,7% (voorlopig cijfer, gebaseerd op realisatie 1e helft 2016). |
Gebruik voorschoolse voorziening (kindermonitor 2013):
| De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit. | Nieuwe meting komt beschikbaar in 2018. |
% kinderen dat vanwege geldgebrek geen voorschoolse voorziening bezoekt (kindermonitor 2013): 8% | De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit. | Nieuwe meting komt beschikbaar in 2018. |
Streefdoel/indicator | ||
De kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvanglocaties is gewaarborgd door jaarlijks de wettelijke controles door de GGD te laten uitvoeren en waar nodig handhavend op te treden. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
2011: naleving na 1ste controle: 42,5% | - | 91% naleving na 1e controle. |
Streefdoel/indicator | ||
Kinderen en hun ouders ondersteunen bij opvoed- en opgroei problemen. | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Kindermonitor 2013 | De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit. | In 2016 zijn ouders en kinderen vanuit de sociale wijkteams, jeugdgezondheidszorg en (school)maatschappelijk werk ondersteund. De samenwerking tussen sociale wijkteams en scholen is verstevigd. Daarnaast zijn gerichte interventies ingezet ter versterking van weerbaarheid van kinderen, jongeren en/of ouders zoals Marietje Kessels (PO) en proeftuin THINK Talentstad (VO), proeftuin Deltion Jongerenteam (Mbo) en in 2015 gestarte preventieactiviteiten jeugdhulp. |
Maatschappelijke effecten op de indicatoren worden zichtbaar in de kindermonitor 2018. |
Toelichting
Na de transitie jeugdhulp in 2015 zijn in 2016 stappen gemaakt op het gebied van transformatie. Meer preventief werken bij opgroeien en opvoeden is één van de speerpunten binnen het transformatiethema ondersteunen en versterken van 'Samenkracht' (nota Transformatie sociaal domein, juni 2016). We streven ernaar opgroeien en opvoeden zo optimaal mogelijk te laten verlopen voor alle jeugdigen. Als zich problemen voordoen, streven we ernaar die zo snel mogelijk te signaleren en aan te pakken. We investeren daarom extra in preventie en een positief opvoedklimaat in gezinnen in verenigingen en op scholen en voorschoolse voorzieningen. We maken daarbij optimaal gebruik van de kracht van jeugdigen en gezinnen zelf en hun sociale netwerk. Met deze beweging is een maatschappelijk belang gediend - zoveel mogelijk jeugdigen kunnen in hun eigen leefomgeving en gezin positief opgroeien - maar ook een financieel belang - hoe zwaarder de benodigde hulp, hoe duurder -. In de begroting 2017 is incidenteel geld beschikbaar gesteld voor een eerste stap in het versterken van preventie jeugd.
Informatie over de bezetting peuterspeelzalen over heel 2016 is nog niet beschikbaar. De bezetting over de eerste helft 2016 is wel bekend. Die is iets lager dan de doelstelling van minimaal 88%. Daarbij tekenen wij aan dat de bezetting over het eerste half jaar altijd lager is dan de bezetting over het volledige jaar. Daarnaast zijn er in 2016 extra plekken gerealiseerd waardoor enerzijds meer kinderen uit de doelgroep zijn bereikt, maar anderzijds de gemiddelde bezetting iets lager kan zijn uitgevallen. Op basis van het resultaat over het eerste half jaar zal de realisatie over het hele jaar naar verwachting wél boven de 88% uitkomen.
Relaties met andere programma’s
Bij de jeugdhulp ligt er vooral een relatie met de programma’s 12 en 13.
Doelstellingen/maatschappelijke effecten | ||
---|---|---|
Vergroten bespreekbaarheid seksuele diversiteit (LHBT: Lesbiennes-Homoseksuelen-Biseksuelen-Transgenders) | ||
Streefdoel/indicator | ||
Vaststellen LHBT-aanpak 2016-2017 | ||
Nulsituatie | Norm van 2016 | Wat is in 2016 gerealiseerd |
Dit programma heeft geen specifieke activiteiten. | In 2016 is het uitvoeringsprogramma LHBT 2016-2017 vastgesteld, met daarin 5 speerpunten. Het COC neemt de uitvoering van de speerpunten in het uitvoeringsplan voor een groot deel voor haar rekening, waarbij contacten met onderwijs- en zorginstellingen en het COA al zijn gelegd en verder zijn uitgebreid. Er zijn structurele activiteiten in het onderwijs, voor ouderen, voor mensen met een beperking en voor jongeren. We zien dat steeds meer scholen LHBT hebben opgenomen in het curriculum. Het educatieprogramma rondom de voorstelling Boys don’t Cry bevindt zich in de afrondende fase. Dit is afgestemd met o.a. Deltion. Daarnaast voeren we gesprekken om het thema ‘LHBT’ bespreekbaar te maken en op de kaart te zetten. Daarnaast verbinden we partijen aan elkaar, zodat activiteiten breder gedragen worden. We zijn als gemeente zichtbaar op dit thema. In Zwolle moet iedereen zichzelf kunnen zijn: er is een regenboogloper geopend in 2016 en afgelopen jaren hebben we meegevaren met de Gay Pride in Amsterdam. Op o.a. de coming out dag hangen de regenboogvlaggen op het stadhuis, stadskantoor en de Peperbus. |