Jaarverslag 2016

Doelen

Bevorderen maatschappelijke participate en economische zelfredzaamheid

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

  • Versterken eigen kracht en het vermogen om zelf het eigen leven te organiseren.
  • De kracht van bewoners benutten en hun persoonlijke en gezamenlijke ontwikkeling stimuleren.
  • Bevorderen maatschappelijke participatie en economische zelfredzaamheid
  • Voorkomen en terugdringen overbelasting van mantelzorgers
  • Versterken sociale competenties en burgerschap bij kwetsbare jongeren
  • Inzet van preventie ter voorkoming van zwaardere zorg
  • Versterken sociale samenhang en leefbaarheid in wijken
  • Mensen kennen elkaar en hebben iets voor elkaar over
  • Mensen voelen zich veilig en prettig in de eigen buurt
  • Mensen durven zo nodig om ondersteuning/hulp te vragen of deze aan te bieden
  • Mensen hebben minder eenzaamheidsgevoelens

Streefdoel/indicator

  • In de buurten waar in de sociale index 2013 de aspecten participatie en binding onder het Zwolse gemiddelde lagen is sprake van een verbetering van die aspecten in de sociale index 2015
    Voor de buurten waar in de leefsituatie-index 2013 op het aspect sociale participatie sprake was van een score onder het Zwolse gemiddelde is bij de leefsituatie-index 2015 sprake van verbetering van dit aspect. Nb. De leefsituatie-index wordt inmiddels als achterhaald gezien en is daarom niet meer gemaakt. Het aspect sociale participatie wordt grotendeels gedekt door het aspect participatie in de sociale index.
  • Voor de buurten waar in de leefbaarheidsindex het aspect woonomgeving (sociaal) onder de stedelijk gemiddelde score ligt is sprake van een verbetering
  • De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners is in 2015 gestegen ten opzichte van het jaar 2013
  • De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in het jaar 2015 gedaald ten opzichte van jaar 2013

Toelichting algemeen
De indicatoren in dit programma zijn afkomstig uit het buurt voor buurtonderzoek (bvb) en de GGD-monitoren. Het buurt voor buurt-onderzoek wordt iedere 2 jaar gehouden. De nieuwste uitkomsten zijn januari 2015 gepubliceerd. De (nul) waarden die hier worden gebruikt zijn nog gebaseerd op het onderzoek 2013. Naast losse indicatoren uit dit onderzoek wordt ook getracht een verbinding te leggen met de ontwikkelde sociale index, leefbaarheidsindex en leefsituatie-index. Deze indexen geven voor iedere Zwolse buurt een beeld gebaseerd op de uitkomsten van bvb en een aantal overige indicatoren.
Op het gebied van gezondheid wordt vaak gebruik gemaakt van de uitkomsten van monitoren van de GGD. Deze monitoren zijn als volgt gepland: Jongerenmonitor in 2015, volwassenen/ouderenmonitor 2016 en kindermonitor 2017. Indien eerder bruikbare gegevens beschikbaar zijn dan worden deze benut voor rapportage, zoals bijv. Checkid voor overgewicht bij kinderen. Indien dat niet het geval is kan de norm voor 2016 niet voor alle indicatoren worden gemeten.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

34 % van de mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar belast (24%), zwaar belast (8%) tot overbelast (4%) (2013)

Ondanks de ingrijpende ontwikkelingen in het sociaal domein worden minimaal de waarden van 2013 behouden

32 % van de mantelzorgers voelt zich tamelijk zwaar (25%), zwaar belast (5%) tot overbelast (2%) (2016)

Versterken sociale competenties en burgerschap bij jongeren; ontwikkelen weerbaarheid. Aantal bereikte jongeren (dus niet bezoekers) in de drie jongerencentra in 2013 is 1.000.

Minimaal handhaven van de nulsituatie.

Door het accommodatiegebonden jongerenwerk zijn in 2016 2.331 (2015: 2.168) individuele jongeren actief bereikt.

Voorkomen schooluitval. Het maximale halen uit de schoolloopbaan, stimuleren van jongeren hun diploma's te halen. Aantal bereikte individuele jongeren in 2013 door middel van ambulant jongerenwerk is 1.537.

Minimaal handhaven van de nulsituatie.

In 2016 zijn door het ambulant jongerenwerk en gerelateerde projecten gemeentebreed minimaal 2.293 (2015: 1.852) individuele jongeren bereikt.

De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in 2013, 5,0.

De schaalscore voor maatschappelijke (sociale) participatie van Zwolse inwoners is gestegen ten opzichte van het jaar 2013.

De waarden zijn gelijk gebleven (5,0) ondanks de ingrijpende ontwikkelingen in het sociaal domein.

De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is in 2013: 1,4.

De schaalscore voor sociaal isolement van Zwolse inwoners van 15 jaar en ouder is gedaald ten opzichte van jaar 2013.

Dit is gemiddeld over de hele stad gelijk gebleven (1,4) ondanks de ingrijpende ontwikkelingen in het sociaal domein.

2013
70% van de inwoners van Zwolle geeft aan zich verantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in eigen buurt.

Minimaal handhaven van de nulsituatie

75% van de inwoners van Zwolle geeft aan zich verantwoordelijk te voelen voor de leefbaarheid in eigen buurt.

35% van de inwoners van Zwolle geeft aan zich afgelopen jaar actief ingezet te hebben voor verbeteren van de buurt

Idem

In 2016 geeft 40 % van de inwoners aan zich actief te hebben ingezet voor het verbeteren van de buurt.

69% van de inwoners van Zwolle is actief als vrijwilliger

Idem

In 2016 geeft 67 % van de Zwollenaren aan zich de afgelopen 12 maanden ingezet te hebben als vrijwilliger.

8% van de ouderen en 3% van mensen tussen de 19 en 65 jaar voelt zich weleens ernstig tot zeer ernstig eenzaam

Idem

Deze percentages zijn in 2016 gelijk gebleven.

Relaties met andere programma’s

De doelstellingen gericht op het vergroten van de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid hebben een sterke relatie met programma 12.

Het verbeteren of behouden van de gezondheid voor alle Zwollenaren

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het verbeteren of behouden van de gezondheid voor alle Zwollenaren, het bevorderen van gelijke kansen op gezondheid, het verkleinen van gezondheidsverschillen en het voorkomen van ziekten.

Streefdoel/indicator

  • In 2016 daalt het percentage inwoners met overmatig alcoholgebruik, of blijft gelijk
  • In 2016 daalt het percentage inwoners dat rookt, of blijft gelijk;
  • In 2016 stijgt het percentage inwoners met een gezond voedingspatroon.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

In 2011 geldt voor 19-65 jarigen:

  • Het percentage inwoners met overmatig alcoholgebruik is 7%
  • 24% van de inwoners van Zwolle rookt
  • 31% van de inwoners eet dagelijks fruit, 40% eet dagelijks groente

Minimaal handhaven van de nulsituatie.

Nog niet bekend. De volwassenenmonitor komt uit in de zomer van 2017.

Streefdoel/indicator

Preventief ouderengezondheidsbeleid

  • In 2016 is het percentage ouderen van 80 jaar en ouder die psychisch ongezond zijn gedaald of in ieder geval niet gestegen.
  • In 2016 voldoet minimaal 62% van de ouderen van 65 jaar en ouder aan de beweegnorm.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

86 % van de ouderen van 80 jaar en ouder is psychisch gezond (ouderenmonitor GGD 2011)

Percentage daalt niet.

Nog niet bekend. De ouderenmonitor komt uit in de zomer 2017.

Inactiviteit neemt sterk toe met de leeftijd. 60 % van de ouderen voldoet aan de beweegnorm. (ouderenmonitor GGD 2011)

Percentage daalt niet.

Idem.

Streefdoel/indicator

Bevorderen van gezond gewicht bij jongeren van 0-19 jaar. De ontwikkeling van het percentage kinderen en jongeren met een gezond gewicht blijft in Zwolle gunstiger verlopen dan de ontwikkeling van het landelijk gemiddelde percentage.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Jongeren met een gezond gewicht 4 t/m 13 jaar is 79% (bron: ChecKid 2009) en 12 t/m 23 jaar 75% (bron: Jongerenmonitor 2010).

Minimaal handhaven van de nulsituatie

Op dit moment niet bekend.
Vervolg op de ChecKid monitor is in de maak.
De jongerenmonitor is voor het eerst gebaseerd op onderzoeken in de klassen 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. De leeftijdsindeling en de methode van onderzoek is anders dan voorgaande jaren en er kunnen derhalve geen trends worden aangegeven.

Streefdoel/indicator

Afname alcoholgebruik onder jongeren. Jongeren beginnen later met het drinken van alcohol, drinken minder vaak en minder vaak grote hoeveelheden.

  • In 2016 is de groep jongeren van 12-15 die alcohol drinkt maximaal 12%
  • In 2016 is de omvang van de groep 16-23 jaren die alcohol drinkt maximaal 80%.
  • In 2016 is de gemiddelde leeftijd waarop wordt begonnen met drinken gestegen naar 15,5 jaar of ouder.
  • In 2016 is de groep 12-24 jarigen die regelmatig grote hoeveelheden drinkt maximaal 15%
  • In 2016 is het percentage ouders dat het goed vindt of er niets van zegt dat hun kind drinkt maximaal 27%.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Omvang van de groep 12-15 jarigen die alcohol drinkt is 14% (2011).

12%

Drinkt wel eens alcohol:
Klas 2: 19 % (t.o.v. regio 22%)

Omvang van de groep 16-23 jarigen die alcohol drinkt is 88% (2011).

80%

Drinkt wel eens alcohol:
Klas 4: 54% (t.o.v. regio 61%)

Gemiddelde startleeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken is 14,7 jaar (2011).

15,5 jaar

Niet bekend

Omvang van de groep 12-24 jarigen die regelmatig grote hoeveelheden drinkt is 17% (2011).

15%

Klas 2 12% (t.o.v. regio 25%)
Klas 4 38% (t.o.v. regio 52%)

Percentage ouders dat het goed vindt of er niets van zegt dat hun kind drinkt: 30% (2011)

27%

Klas 2: 18% (t.o.v. regio 23%)
Klas 4: 40% (t.o.v. regio 48%)

Streefdoel/indicator

Er is een sport- en beweegaanbod voor inwoners van Zwolle, met of zonder beperking en ongeacht de leeftijd.
Zwolse inwoners bewegen meer

  • Maximaal 8% van de kinderen van 0-12 jaar is inactief of matig actief in 2016;
  • in 2016 voldoet minimaal 66% van de 12-15 jarigen aan de beweegnorm;
  • In 2016 voldoet minimaal 60% van de volwassenen aan de beweegnorm;

Op 18 scholen kunnen kinderen binnen en buiten schooltijd sporten.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

10% (2010) van de kinderen van 0-12 jaar is inactief of matig actief.

Maximaal 8%

Wordt dit jaar niet gemeten.

66% (2011) van de 12-15 jarigen voldoet aan de beweegnorm.

Minimaal handhaven van de nulsituatie

In 2011 voldoet 69% van de volwassenen aan de Nederlandse norm gezond bewegen.

Minimaal handhaven van de nulsituatie

Er zijn 17 scholen (2012) waar de jeugd binnen en buiten schooltijd dagelijks kan sporten

18

Er zijn op 14 scholen vakdocenten (bewegingsonderwijs) gedetacheerd vanuit SportServiceZwolle die ook wijkgericht aanbod verzorgen. Daarnaast zijn er op de scholen van OOZ eigen vakdocenten actief. In de omgeving van die scholen is ook wijkgericht aanbod van SSZ beschikbaar.

Toelichting

Cijfers over ouderen en volwassenen zijn op dit moment nog niet bekend. In de zomer komen zowel de ouderen als de nieuwe volwassenenmonitor uit.
De jongerenmonitor is nu gebaseerd op onderzoeken in de klassen 2 (13/14 jaar) en 4 (15/16 jaar) van het voortgezet onderwijs en daarom de cijfers m.b.t. alcoholgebruik niet vergelijkbaar. De leeftijdsindeling en de methode van onderzoek is anders dan voorgaande jaren en er kunnen derhalve geen trends worden aangegeven. De cijfers die zijn gegeven zijn percentages in beide klassen, met het gemiddelde percentage voor de regio IJsselland als vergelijkingsmateriaal.

Relaties met andere programma’s

Jeugd en alcohol heeft een relatie met het verslavingsbeleid evenals toezicht en handhaving. Dit onderwerp wordt echter primair vanuit het gezondheidsbeleid vorm gegeven. Bevorderen van bewegen heeft een relatie met programma 10.

Het ondersteunen van kinderen, jongeren en ouders/verzorgers bij opgroeien en opvoeden

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het versterken van het opvoedklimaat in gezinnen, wijken, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen (opvoeden versterken).
Het ondersteunen van kinderen, jongeren en ouders/verzorgers bij opgroeien en opvoeden.

Streefdoel/indicator

Iedere peuter kan een voorschoolse voorziening (kinderopvang en/of peuterspeelzaal) bezoeken, waardoor een goede start op de basisschool wordt ondersteund. Gemiddelde bezetting peuterspeelzalen: 88% - 95%

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Gemiddelde bezetting peuterspeelzalen 2013: 94,84%

Tussen 88% en 95%

85,7% (voorlopig cijfer, gebaseerd op realisatie 1e helft 2016).

Gebruik voorschoolse voorziening (kindermonitor 2013):

  • kinderopvang 51%
  • peuterspeelzaal 13%

De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit.

Nieuwe meting komt beschikbaar in 2018.

% kinderen dat vanwege geldgebrek geen voorschoolse voorziening bezoekt (kindermonitor 2013): 8%

De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit.

Nieuwe meting komt beschikbaar in 2018.

Streefdoel/indicator

De kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvanglocaties is gewaarborgd door jaarlijks de wettelijke controles door de GGD te laten uitvoeren en waar nodig handhavend op te treden.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

2011: naleving na 1ste controle: 42,5%

-

91% naleving na 1e controle.

Streefdoel/indicator

Kinderen en hun ouders ondersteunen bij opvoed- en opgroei problemen.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Kindermonitor 2013
Normale psychosociale gezondheid (0-12 jaar): 84%
Afgelopen 3 maanden gepest ( 0-12 jaar): 35%
Ouder: mijn kind kan voor zichzelf op komen (0-12 jaar): 93%
Ouder heeft zich het afgelopen jaar zodanig zorgen gemaakt over de opvoeding dat er behoefte was aan deskundige hulp (0-12 jaar): 29%

De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit.

In 2016 zijn ouders en kinderen vanuit de sociale wijkteams, jeugdgezondheidszorg en (school)maatschappelijk werk ondersteund. De samenwerking tussen sociale wijkteams en scholen is verstevigd. Daarnaast zijn gerichte interventies ingezet ter versterking van weerbaarheid van kinderen, jongeren en/of ouders zoals Marietje Kessels (PO) en proeftuin THINK Talentstad (VO), proeftuin Deltion Jongerenteam (Mbo) en in 2015 gestarte preventieactiviteiten jeugdhulp.

Maatschappelijke effecten op de indicatoren worden zichtbaar in de kindermonitor 2018.

Toelichting

Na de transitie jeugdhulp in 2015 zijn in 2016 stappen gemaakt op het gebied van transformatie. Meer preventief werken bij opgroeien en opvoeden is één van de speerpunten binnen het transformatiethema ondersteunen en versterken van 'Samenkracht' (nota Transformatie sociaal domein, juni 2016). We streven ernaar opgroeien en opvoeden zo optimaal mogelijk te laten verlopen voor alle jeugdigen. Als zich problemen voordoen, streven we ernaar die zo snel mogelijk te signaleren en aan te pakken. We investeren daarom extra in preventie en een positief opvoedklimaat in gezinnen in verenigingen en op scholen en voorschoolse voorzieningen. We maken daarbij optimaal gebruik van de kracht van jeugdigen en gezinnen zelf en hun sociale netwerk. Met deze beweging is een maatschappelijk belang gediend - zoveel mogelijk jeugdigen kunnen in hun eigen leefomgeving en gezin positief opgroeien - maar ook een financieel belang - hoe zwaarder de benodigde hulp, hoe duurder -. In de begroting 2017 is incidenteel geld beschikbaar gesteld voor een eerste stap in het versterken van preventie jeugd.

Informatie over de bezetting peuterspeelzalen over heel 2016 is nog niet beschikbaar. De bezetting over de eerste helft 2016 is wel bekend. Die is iets lager dan de doelstelling van minimaal 88%. Daarbij tekenen wij aan dat de bezetting over het eerste half jaar altijd lager is dan de bezetting over het volledige jaar. Daarnaast zijn er in 2016 extra plekken gerealiseerd waardoor enerzijds meer kinderen uit de doelgroep zijn bereikt, maar anderzijds de gemiddelde bezetting iets lager kan zijn uitgevallen. Op basis van het resultaat over het eerste half jaar zal de realisatie over het hele jaar naar verwachting wél boven de 88% uitkomen.

Relaties met andere programma’s

Bij de jeugdhulp ligt er vooral een relatie met de programma’s 12 en 13.

Vergroten bespreekbaarheid van seksuele diversiteit

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Vergroten bespreekbaarheid seksuele diversiteit (LHBT: Lesbiennes-Homoseksuelen-Biseksuelen-Transgenders)

Streefdoel/indicator

Vaststellen LHBT-aanpak 2016-2017

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Dit programma heeft geen specifieke activiteiten.

In 2016 is het uitvoeringsprogramma LHBT 2016-2017 vastgesteld, met daarin 5 speerpunten. Het COC neemt de uitvoering van de speerpunten in het uitvoeringsplan voor een groot deel voor haar rekening, waarbij contacten met onderwijs- en zorginstellingen en het COA al zijn gelegd en verder zijn uitgebreid. Er zijn structurele activiteiten in het onderwijs, voor ouderen, voor mensen met een beperking en voor jongeren. We zien dat steeds meer scholen LHBT hebben opgenomen in het curriculum. Het educatieprogramma rondom de voorstelling Boys don’t Cry bevindt zich in de afrondende fase. Dit is afgestemd met o.a. Deltion. Daarnaast voeren we gesprekken om het thema ‘LHBT’ bespreekbaar te maken en op de kaart te zetten. Daarnaast verbinden we partijen aan elkaar, zodat activiteiten breder gedragen worden. We zijn als gemeente zichtbaar op dit thema. In Zwolle moet iedereen zichzelf kunnen zijn: er is een regenboogloper geopend in 2016 en afgelopen jaren hebben we meegevaren met de Gay Pride in Amsterdam. Op o.a. de coming out dag hangen de regenboogvlaggen op het stadhuis, stadskantoor en de Peperbus.