Jaarverslag 2016

Doelstellingen/maatschappelijke effecten

Het versterken van het opvoedklimaat in gezinnen, wijken, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen (opvoeden versterken).
Het ondersteunen van kinderen, jongeren en ouders/verzorgers bij opgroeien en opvoeden.

Streefdoel/indicator

Iedere peuter kan een voorschoolse voorziening (kinderopvang en/of peuterspeelzaal) bezoeken, waardoor een goede start op de basisschool wordt ondersteund. Gemiddelde bezetting peuterspeelzalen: 88% - 95%

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Gemiddelde bezetting peuterspeelzalen 2013: 94,84%

Tussen 88% en 95%

85,7% (voorlopig cijfer, gebaseerd op realisatie 1e helft 2016).

Gebruik voorschoolse voorziening (kindermonitor 2013):

  • kinderopvang 51%
  • peuterspeelzaal 13%

De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit.

Nieuwe meting komt beschikbaar in 2018.

% kinderen dat vanwege geldgebrek geen voorschoolse voorziening bezoekt (kindermonitor 2013): 8%

De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit.

Nieuwe meting komt beschikbaar in 2018.

Streefdoel/indicator

De kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvanglocaties is gewaarborgd door jaarlijks de wettelijke controles door de GGD te laten uitvoeren en waar nodig handhavend op te treden.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

2011: naleving na 1ste controle: 42,5%

-

91% naleving na 1e controle.

Streefdoel/indicator

Kinderen en hun ouders ondersteunen bij opvoed- en opgroei problemen.

Nulsituatie

Norm van 2016

Wat is in 2016 gerealiseerd

Kindermonitor 2013
Normale psychosociale gezondheid (0-12 jaar): 84%
Afgelopen 3 maanden gepest ( 0-12 jaar): 35%
Ouder: mijn kind kan voor zichzelf op komen (0-12 jaar): 93%
Ouder heeft zich het afgelopen jaar zodanig zorgen gemaakt over de opvoeding dat er behoefte was aan deskundige hulp (0-12 jaar): 29%

De kindermonitor komt 4-jaarlijks uit.

In 2016 zijn ouders en kinderen vanuit de sociale wijkteams, jeugdgezondheidszorg en (school)maatschappelijk werk ondersteund. De samenwerking tussen sociale wijkteams en scholen is verstevigd. Daarnaast zijn gerichte interventies ingezet ter versterking van weerbaarheid van kinderen, jongeren en/of ouders zoals Marietje Kessels (PO) en proeftuin THINK Talentstad (VO), proeftuin Deltion Jongerenteam (Mbo) en in 2015 gestarte preventieactiviteiten jeugdhulp.

Maatschappelijke effecten op de indicatoren worden zichtbaar in de kindermonitor 2018.

Toelichting

Na de transitie jeugdhulp in 2015 zijn in 2016 stappen gemaakt op het gebied van transformatie. Meer preventief werken bij opgroeien en opvoeden is één van de speerpunten binnen het transformatiethema ondersteunen en versterken van 'Samenkracht' (nota Transformatie sociaal domein, juni 2016). We streven ernaar opgroeien en opvoeden zo optimaal mogelijk te laten verlopen voor alle jeugdigen. Als zich problemen voordoen, streven we ernaar die zo snel mogelijk te signaleren en aan te pakken. We investeren daarom extra in preventie en een positief opvoedklimaat in gezinnen in verenigingen en op scholen en voorschoolse voorzieningen. We maken daarbij optimaal gebruik van de kracht van jeugdigen en gezinnen zelf en hun sociale netwerk. Met deze beweging is een maatschappelijk belang gediend - zoveel mogelijk jeugdigen kunnen in hun eigen leefomgeving en gezin positief opgroeien - maar ook een financieel belang - hoe zwaarder de benodigde hulp, hoe duurder -. In de begroting 2017 is incidenteel geld beschikbaar gesteld voor een eerste stap in het versterken van preventie jeugd.

Informatie over de bezetting peuterspeelzalen over heel 2016 is nog niet beschikbaar. De bezetting over de eerste helft 2016 is wel bekend. Die is iets lager dan de doelstelling van minimaal 88%. Daarbij tekenen wij aan dat de bezetting over het eerste half jaar altijd lager is dan de bezetting over het volledige jaar. Daarnaast zijn er in 2016 extra plekken gerealiseerd waardoor enerzijds meer kinderen uit de doelgroep zijn bereikt, maar anderzijds de gemiddelde bezetting iets lager kan zijn uitgevallen. Op basis van het resultaat over het eerste half jaar zal de realisatie over het hele jaar naar verwachting wél boven de 88% uitkomen.

Relaties met andere programma’s

Bij de jeugdhulp ligt er vooral een relatie met de programma’s 12 en 13.